Het ontwerpen van een bodemvriendelijk zonnepark is belangrijk en zeer wel mogelijk, ook in een oost-westopstelling. ‘Bovendien hoeft dat niet ten koste te gaan van de businesscase.’ Dat stelt Kay Cesar die op 1 december aanstaande tijdens het zonne-energiecongres Sunday zal spreken over natuurinclusieve zonneparken.
De Sunday wordt georganiseerd door Holland Solar, TKI Urban Energy, TNO, Solliance en NWO. Deze grootste eendaagse bijeenkomt van de Nederlandse zonne-energiesector vindt dit jaar plaatst op 1 december 2021 in ’t Spant te Bussum. Een van de keynote sprekers is Kay Cesar, hoofd Advanced Solar Parks, PV Modules & Applications bij TNO Energy Transition. Zijn boodschap: zonneparken in buitengebieden zijn nodig om de energietransitie te versnellen. Maar klimaatvriendelijke energieproductie mag niet hand in hand gaan met aantasting van de bodemkwaliteit, en dat hoeft ook niet.
Ernstige verschraling
‘Er is in Nederland een enorme honger naar oost-westopstellingen van zonneparken’, aldus Cesar. ‘De businesscase is immers gunstig – mede dankzij de systematiek van de subsidieregeling SDE++ – en het draagt bij aan het ontlasten van het stroomnet, maar het is de laatste tijd vooral een reactie op de hoge landpachtkosten. Vele ontwerpen kennen echter een enorme dichtheid van zonnepanelen om de opwek van stroom te maximaliseren. Dat gaat ten koste van de bodemkwaliteit. Minder lichtval op de grond betekent minder fotosynthese en dus minder plantengroei en koolstof die de grond voedt. Na 25 jaar kan dat een ernstig verschraalde bodem en groot verlies aan biodiversiteit opleveren. Dan ben je dus niet goed bezig.’
Quickscan en benchmark
In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf onderzochten Cesar en zijn collega’s naar betere ontwerpen van zonneparken met behoud van bodemkwaliteit, ook wat betreft oost-westopstellingen. Het vertrekpunt waren de resultaten van een onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) die bij 15 zonneparken een quickscan naar de effecten op de bodemkwaliteit deed. Twee als ‘goed’ gekwalificeerde installaties, beiden met een zuidopstelling, werden als benchmark genomen wat betreft de hoeveelheid licht die de bodem moet bereiken en de spreiding daarvan.
Goede nieuws
Cesar: ‘TNO ontwikkelde nieuwe software gemaakt voor het berekenen van het rendement van tweezijdige zonnepanelen: BIGEYE. Die modelleringstool neemt de lichtintensiteit en -inval onder en naast de zonnepanelen mee; reflectie is een belangrijke factor in de stroomopbrengst van bifaciale zonnepanelen. Wij konden daarmee de data van WUR relatief gemakkelijk gebruiken om tot bodemvriendelijke oost-westontwerpen te komen. De variant die daarbij als meest gunstige uit de bus komt is een zonnepark met semitransparante bifaciale zonnepanelen, uiteraard in combinatie met een vereiste spreiding en hoogte van de tafels. Het goede nieuws is dat de door WUR geïdentificeerde bodemvriendelijke zonneparken met een zuidopstelling zo’n 50 procent zonnepaneeldichtheid hebben, terwijl die in ons beste ontwerp 77 procent is. De conclusie is dus dat het zeer wel mogelijk is om oost-westzonneparken te ontwerpen zonder dat de bodemkwaliteit en het verdienmodel er onder hoeven te lijden.’
Programma
Naast een plenaire keynote kent de Sunday dit jaar 2 keer een ronde van 3 parallelsessies. In de presentaties tijdens de parallelsessie gaan onderzoekers en ondernemers onder meer in op hoe de zonnecellen – en daarmee de zonnepanelen – van de toekomst eruit kunnen gaan zien. Meer informatie over deze parallelsessies vindt men hier zodat eenieder zijn eigen programma van de dag kan samenstellen. Alle sprekers en het volledige programma zijn via de website te raadplegen.